De vijand heeft al mijn schatten geroofd. Ik moest toekijken hoe andere volken in mijn tempel kwamen. Volken waarvan U gezegd had dat ze daar niet mochten komen, zijn uw tempel binnen gegaan.
Haar vijanden hebben haar leeggeplunderd en al haar waardevolle bezittingen meegenomen. Zij moest toezien hoe vreemde volken haar heilige tempel onteerden, buitenlanders die U zelfs had verboden er binnen te komen.